Is de arbeidsduur korter dan de normale arbeidsduur in de onderneming, dan gaat het over een deeltijdse werknemer.
Opgelet! Verwar een deeltijdse werknemer niet met een uitzendkracht of een extra.
Voorbeeld: De normale arbeidsduur in de onderneming bedraagt 38 uur per week. De werknemer die 37 uur per week werkt, is een deeltijdse werknemer.
Elke arbeidsperiode moet minstens 3 uur bedragen. In de horecasector is dit naar 2 uur herleid, op voorwaarde dat je dit op gemotiveerde wijze meldt aan het Paritair Comité 302.
Deze melding moet je doen op basis van het document ‘Melding afwijking minimale arbeidsduur’ dat je terugvindt op de website van Horeca Vlaanderen.
De minimale wekelijkse arbeidsduur moet 1/3 van de wekelijkse arbeidsduur van een voltijdse werknemer bedragen. In de horecasector is dit herleid naar minstens 10 uur op voorwaarde dat je dit op gemotiveerde wijze meldt aan het Paritair Comité 302.
De 10-uren regel is niet van toepassing op werknemers die “in vaste blokken” werken, onder volgende 5 voorwaarden:
Belangrijk voor jouw werknemer: Werkt jouw werknemer wekelijks minder dan 13 uur, vertel hem dan dat hij geen recht heeft op een werkloosheidsuitkering.
Deeltijdse werknemers mogen maximum 50 uur per week werken.
Er is een vaste of variabele wekelijkse arbeidsduur.
Bij de variabele wekelijkse arbeidsduur is er een variabel uurrooster. Arbeidsdagen en arbeidsuren liggen op voorhand niet vast en variëren. Ook het wekelijkse aantal uren ligt niet vast.
Bij de vaste wekelijkse arbeidsduur is er een onderscheid tussen vaste en variabele uurroosters.
Vaste uurroosters neem je op in de individuele arbeidsovereenkomst.
Bij variabele uurroosters neem je de arbeidsduur op in de individuele arbeidsovereenkomst. Het uurrooster zelf maak je 3 werkdagen op voorhand bekend aan de werknemer. Voor nachtprestaties geldt een termijn van 5 werkdagen. Uithangen van de uurroosters is niet meer nodig. Een schriftelijke melding met datum op een betrouwbare, geschikte en toegankelijke manier is voldoende. De manier waarop je dit doet, zet je in je arbeidsreglement.
Die schriftelijke, betrouwbare en toegankelijke manier van bekendmaking kan erg uiteenlopend zijn:
Het uurrooster maak je 3 werkdagen op voorhand bekend aan de werknemer.
De schriftelijke bekendmaking moet je 1 jaar bijhouden vanaf het moment van bekendmaking.
Stel je deeltijdse werknemers tewerk, dan moet je een afwijkingsdocument bijhouden waarin je alle afwijkingen op het uurrooster noteert.
Alle uren die de deeltijdse werknemer buiten het vaste of variabele uurrooster werkt, noteer je in dit document.
Opgelet! Je noteert niet alleen de uren die je deeltijdse werknemer méér werkte. Ook de uren die hij/zij minder werkte moet je noteren.
In het document afwijkingen uurrrooster neem je de volgende zaken op:
Beschik je over een (elektronisch) systeem voor tijdsregistratie (bv. een prikklok), dan moet je geen afwijkingsdocument bijhouden. Jouw systeem van tijdregistratie moet wel het begin- en einduur van de prestaties en rustpauzes bijhouden. Dit register bewaar je 5 jaar.
Opgelet! Hou je deze afwijkingen niet bij, dan is er een vermoeden van voltijdse prestaties en volgt op basis van het Sociaal Strafwetboek een sanctie van niveau 3 al dan niet in combinatie met strafrechtelijke of administratieve boetes.
Ja, dit doe je door een bijlage aan de arbeidsovereenkomst toe te voegen.
Opgelet! Lees zeker het antwoord op de volgende vraag.
Ja, maar je dient een opsplitsing te maken tussen deeltijdse werknemers met een vast wekelijks aantal uren of deeltijdse werknemers met een variabel wekelijks aantal uren. Voor eerstgenoemde betaal je vanaf het 13e overuur per maand een toeslag van 50% (gewone arbeidsdag) of 100% (zon- en feestdagen). Voor laatstgenoemde betaal je vanaf 3u14 min per week, 42 uren per trimester of 168 uren per jaar een overloontoeslag. De bijkomende uren die vrijgesteld zijn van een overloontoeslag noemt men kredieturen. Om een piek op te vangen is het dus voordelig om de deeltijdse werkkracht met een vast aantal wekelijkse uren in te schakelen voor 12 overuren.
Voor iedere deeltijdse werknemer maak je een afzonderlijk schriftelijke arbeidsovereenkomst op en onderteken je dit voor aanvang van de deeltijdse prestaties. Indien er geen schriftelijke arbeidsovereenkomst is, dan ziet men de werknemer als een voltijdse werknemer.
Daarnaast mag je ook je arbeidsreglement niet vergeten.
Voor deeltijdse werknemers met een variabel uurrooster vermeldt het arbeidsreglement:
Voor deeltijdse werknemers met een vast uurrooster hoef je niets te vermelden in het arbeidsreglement, tenzij het gaat om een vast uurrooster dat zich niet volledig situeert binnen het voltijdse uurrooster dat in het arbeidsreglement is opgenomen.
Voorbeeld: jouw voltijdse werknemers werken van maandag tot en met vrijdag van 8u-12u en 13u-17u.
Als je deeltijdse werknemer niet enkel van maandag tot en met vrijdag van 8u-12u en 13u-17u werkt, maar ook op zaterdag van 8u-12u, dan zal dit vast deeltijds uurrooster in het arbeidsreglement moeten worden vermeld.
Op de plaats waar je werknemers het arbeidsreglement kunnen raadplegen, bewaar je ook een afschrift van de deeltijdse arbeidsovereenkomst(en). Idem dito voor de variabele deeltijdse uurroosters zolang het uurrooster van kracht is. Dit is belangrijk om controle mogelijk te maken.
Ja, je moet een deeltijdse werknemer voorrang geven als het om dezelfde functie gaat en hij de vereiste kwalificaties heeft.
Het loon van een deeltijdse werknemer moet in verhouding staan tot het loon van een voltijdse werknemer die een gelijkaardige functie uitoefent.