Net als de Vlaamse, kent ook de Nederlandse horeca een hoog personeelsverloop. Jaarlijks ziet de Nederlandse horeca zo’n 40 procent van het personeel vertrekken. Naar aanleiding hiervan berekende de Nederlandse bank ABN AMRO dat het personeelsverloop in de horeca zo’n 1,4 miljard euro per jaar kost. Dit is 6% van de totale omzet van de Nederlandse horeca.

Volgens ABN AMRO komt dit neer op gemiddeld 42.000 euro per bedrijf. Dit betekent dat de Nederlandse hotels dit jaar bijna 270 miljoen euro of 5% van hun omzet kwijt zijn aan personeelsverloop. In de Nederlandse restaurants is dit zo’n 614 miljoen euro of 7% van hun omzet. Deze kosten hebben vooral te maken met de zoektocht naar nieuw personeel en de tijd die nieuwkomers nodig hebben om zich in te werken.

De oorzaken van het hoge personeelsverloop hebben volgens een ABN AMRO enquête te maken met:

• een ontevredenheid met het loon,
• de hoge werkdruk,
• een matige begeleiding van nieuwe medewerkers, en
• een gebrek aan doorgroeimogelijkheden.

Naast hoge kosten brengt dit personeelsverloop ook een structureel tekort aan personeel mee. Als het personeelsverloop in de Nederlandse horeca tussen 2019 en 2025 gelijk blijft, dan zijn er volgens ABN AMRO jaarlijks 140.000 tot 158.000 nieuwe personeelsleden nodig. Dit is volgens hen een onmogelijke opdracht. Elk jaar zijn er 16.000 nieuwe koks nodig. Maar de Nederlandse opleidingen stomen slechts 3.000 gekwalificeerde koks per jaar klaar en de sector slaagt er niet in om voldoende nieuwe mensen aan te trekken.

ABN AMRO geeft in deze publicatie daarom ook enkele oplossingen voor het probleem. Zo denkt ze aan:

• een verlaging van de werkdruk,
• meer aandacht voor opleiding, training en carrière, en
• een betere werving en selectie.