Woon-Werkverkeer

29/02/2024

Algemene regeling

Werknemers die vallen onder het paritair comité 302 van de Horeca hebben (bijna) steeds recht op een vergoeding met betrekking tot het woon-werkverkeer. De vergoeding hangt af van het vervoermiddel waarmee de werknemer naar het werk komt en de totale afstand tot het werk.

Er moet een opsplitsing gemaakt worden in volgende vervoersmiddelen:

Met het gemeenschappelijk openbaar vervoer naar het werk:

  • De trein (NMBS): 
    Wanneer je werknemers voor het woon-werkverkeer gebruik maken van de trein, moet je hiervoor tussenkomen ten belope van 70%  van de treinkaart voor de afgelegde afstand.
     
  • Een ander openbaar vervoersmiddel (metro, bus, tram, …): 
    De werkgever komt sinds 1 juli 2020 altijd tussen.  De bijdrage van de werkgever is vastgesteld op 80% van het effectief door de werknemer betaalde bedrag. Als maximum geldt echter het bedrag van de werkgeverstussenkomst in de prijs van de treinkaart voor een afstand van 16 km.

Met een ander vervoersmiddel naar het werk:

  • De fiets (ook elektrische fietsen en speed pedelecs): 
    Een werknemer die met de fiets naar het werk komt ontvangt per afgelegde km 0,24 euro (heen én terug).
     
  • De eigen wagen van de werknemer: 
    Voor zover de afgelegde afstand groter of gelijk is aan 1 km zal de werkgever verplicht zijn tussen te komen voor 70% van de prijs van een treinkaart in tweede klasse berekend volgens de kortste weg tussen de vertrek- en aankomsthalte.

Bij achtereenvolgend gebruik van verschillende verplaatsingsmiddelen is de bijdrage van de werkgever op elk van de afgelegde afstanden van toepassing.

Klik hier voor de tarieven woon- werkverkeer vanaf 1 februari 2024

Bijzonderheden

  • Extra’s:
    De gelegenheidswerknemers of extra’s hebben recht op 1/26 van de voorziene  maandelijkse tussenkomst, per verplaatsing van en naar het werk. Aangezien er voor de flexijobs geen afwijkende regeling is, volgen zij de algemene regeling.
  • Werknemers in “service coupé”:
    De werknemers in service coupé hebben recht op een dubbele bijdrage van de werkgever in de vervoerskosten, tenzij zij beschikken over een abonnement van het openbaar vervoer dat recht geeft op meerdere verplaatsingen per dag. De tijd tussen twee periodes van arbeid wordt immers niet als pauze of rusttijd beschouwd en men staat niet meer onder het gezag van de werkgever.
  • Werkgever organiseert het vervoer:
    Als de werkgever het vervoer organiseert, dan is er geen recht op een financiële tussenkomst.
  • Nachtwerk (24 uur tot 5 uur):
    Bij nachtwerk moet de werkgever het vervoer voorzien (indien de verblijfplaats van de werknemer meer dan 5 km van de werkplek verwijderd is) of de volledige werkelijke kosten vergoeden indien de werknemer na zijn werk geen beroep kan doen op een eigen of openbaar vervoermiddel en er geen mogelijkheid tot carpool is.
  • Onvolledige maand gewerkt:
    Wanneer de werknemer niet gedurende de hele maand heeft gewerkt en gebruik maakt van eigen vervoer of een rittenkaart van het openbaar vervoer (dus geen abonnement), dan heeft hij/ zij recht op een vergoeding van 1/ 21,66 van de voorziene maandelijkse tussenkomst per effectief gewerkte dag in de loop van de kalendermaand.

Terugbetaling vervoerskosten

Om de terugbetaling te bekomen van de vervoerskosten overhandigt de begunstigde werknemer op uitdrukkelijke vraag van de werkgever, de bewijsstukken zodra deze in zijn bezit zijn. Misbruiken van de werknemer tot het verkrijgen van de dubbele bijdragen worden gesanctioneerd volgens de bepalingen vermeld in het arbeidsreglement.

Bron: CAO nr. 19/9 van 23 april 2019 betreffende de financiële bijdrage van de werkgevers in de prijs van het gemeenschappelijk openbaar vervoer van de werknemers en CAO nr. 146019 van 15 maart 2018 betreffende de financiële tegemoetkoming van de werkgever in de prijs van het vervoer van werknemers.