De voorlopige cijfers voor het jaar 2020 tonen een sterke terugval van het aantal toeristische aankomsten (-59%) en overnachtingen (-52%) in de Belgische accommodaties. Dit door toedoen van de coronacrisis vanaf maart 2020. Dat blijkt uit cijfers van Statbel, het Belgische statistiekbureau.
 

Het toeristische jaar 2020 is ruwweg op te delen in vier perioden. De eerste twee maanden verlopen goed met een stijging van het aantal toeristische aankomsten en overnachtingen. Daarna volgt de eerste lockdown waarin enkel noodzakelijke overnachtingen in hotels zijn toegelaten. Na de heropening in juni kent de accommodatiesector z’n beste maand van de coronacrisis in juli. Augustus tot half oktober is alweer slechter. In de tweede helft van oktober volgt dan een nieuwe verplichte sluiting voor de horeca al blijven de hotels en b&b’s deze keer wel open. Het toerisme valt in deze laatste periode van het jaar terug tot een kwart van het niveau van 2019.

Hotels blijven de grootste, maar kennen sterkste terugval
Hotels zorgen voor de meeste toeristische aankomsten en overnachtingen en dat blijft zo in 2020. Wel kennen zij van alle accommodaties de sterkste daling in het aantal overnachtingen (-63%). Hotels zijn vaker te vinden in een stedelijke context. Laat het net de steden zijn die de meeste impact ondervinden van de coronacrisis. Ook de jeugdverblijven en vakantieparken zitten onder de helft van het aantal overnachtingen uit 2019. De kampeerterreinen en vakantiewoningen kunnen de schade wel enigszins beperken. Beiden zijn vaker in een groene en ruime omgeving te vinden. Net dat is wat de toerist zoekt tijdens het coronajaar 2020.

In Brussel valt het aantal toeristische aankomsten en overnachtingen terug met drie kwart in vergelijking met 2019. Brussel is meer dan Vlaanderen en Wallonië afhankelijk van buitenlandse toeristen. Wallonië dat via de Ardennen meer gericht is op de natuur, open ruimte en binnenlands toerisme kan het best het verlies beperken. Toch daalt het aantal overnachtingen er ook met meer dan 40 procent. Vlaanderen ligt tussen Brussel en Wallonië in, ook op gebied van toeristisch aanbod. De kust en Limburg kunnen de voornamelijk binnenlandse toerist de natuur en open ruimte geven, terwijl de kunststeden de buitenlandse toeristen toch echt wel missen. Dat is ook te zien in de cijfers: Limburg en West-Vlaanderen kunnen het verlies het best beperken. Vlaams-Brabant, met de luchthaven en kunststad Leuven, zit aan de andere kant. 
 

Binnenlands vrijetijdstoerisme daalt net wat minder sterk dan de rest
Het binnenlands toerisme kent niet verwonderlijk een gunstigere evolutie dan het inkomend toerisme. Niettemin dalen ook de cijfers van het binnenlands toerisme sterk. Het aantal aankomsten door Belgen in alle accommodaties samen daalt met 45 procent ten opzichte van 2019. Door iets meer overnachtingen per aankomst daalt het aantal overnachtingen iets minder sterk. Het toerisme vanuit de buurlanden ligt zo’n twee derden lager dan in 2019. De daling is vrij gelijkaardig vanuit elk buurland. Het toerisme vanuit alle andere landen daalt het sterkst. Dat is ook logisch met vliegverkeer dat sinds maart 2020 fors lager ligt. 

Het vrijetijdstoerisme kent met 48 procent minder overnachtingen een iets betere evolutie dan het zakentoerisme. Dit is voornamelijk te danken aan het binnenlandse vrijetijdstoerisme dat net wat minder sterk daalt dan de rest. Binnen het zakentoerisme is het vooral het congrestoerisme dat sterk te lijden heeft onder de coronacrisis. Ook dit is te verklaren doordat grote bijeenkomsten verboden of sterk afgeraden worden terwijl individuele zakencontacten wel makkelijker te organiseren vallen. 
 

België doet het iets beter dan het Europese gemiddelde
Binnen Europa zit België qua evolutie van het aantal toeristische overnachtingen in de middenmoot. Een aantal landen waaronder Frankrijk maakt nog geen cijfers bekend via Eurostat. Hierdoor is de exacte plaats van België binnen Europa niet te bepalen. Ons land doet het net iets beter dan het Europese gemiddelde dat een daling van 57 procent in het aantal toeristische overnachtingen kent. Vooral de zuidelijke landen en in het bijzonder Spanje halen het Europese gemiddelde naar beneden. 

België doet het binnen West- en Noord-Europa wel minder goed. Nederland, Duitsland, Luxemburg en de Scandinavische landen leggen allen een betere evolutie voor dan België. De meeste van deze landen maken het verschil via het binnenlands toerisme. Vooral Nederland met een daling van amper 10 procent in het aantal binnenlandse overnachtingen valt op. Dit is veel beter dan de daling van 35 procent in België. Blijven inzetten op binnenlandse toerisme is nog steeds de boodschap. Dit geldt niet alleen tot het einde van de coronacrisis, maar ook bij het verdere herstel.